
Simon Kroon (1868-1933)
Kroon studeerde viool bij Frans Coenen, piano bij Henri Tibbe en Paulus Koerman, en orgel en compositie bij Bernard Zweers. Als violist speelde hij in een strijkkwartet en vanaf 1889 bij het toen nieuwe Concergebouworkest te Amsterdam, waar hij ook de taak van altist en organist op zich nam.
In 1897 werd Kroon’s Feestmarsch voor orkest op. 18 voor het eerst gespeeld in het Concertgebouw. Dit werkt zou nog vele malen op het programma staan. Ook maakte hij arrangementen van werken van Pergolesi en van Georges Valensin die onder Mengelberg werden uitgevoerd.
Naast dit drukke bestaan was Kroon organist in de Amsterdamse Vondelkerk, en trad op als vioolsolist. En zoals de meeste musici gaf hij les, in viool en piano.
Kroon’s composities werden goed ontvangen, de recensies van zijn werken spreken van degelijke composities en vakmanschap. Hij schreef koorwerken, orgelwerken, marsen, en kamermuziek zoals de variaties over een Noors Volkslied voor strijkkwartet. Veel gespeeld werd de Bloemenwals voor strijkers op. 9. Verder schreef Kroon nog een mis voor drie mannenstemmen en orgel
Op Youtube is een demo van het volgende werk te vinden:
Wiegelied opus 2 voor viool en piano