Richard Hol

Richard Hol (1825-1904)

Hol kreeg zijn muzikale opleiding van de grote pedagoog Johan Bertelman. 
In 1862 volgde hij Johann Kufferath op als dirigent van de stadsconcerten en het toonkunst-koor te Utrecht. Ook werd hij daar de organist van de Domkerk. In 1875 werd Hol benoemd tot directeur van de muziekschool en gaf daar les in zang en theorie. Daarnaast was hij voorzitter van de Toonkunstenaars-Vereniging.

Naast zijn drukke bestaan in Utrecht dirigeerde Hol het Caecilia-koor te Den Haag en leidde hij daar een aantal diligentia-concerten. Als dirigent bleef hij gevraagd: Hol zou meer dan zestig keer het Concertgebouw-orkest leiden. In zijn lange carrrière verdiende Hol vele prijzen en was lid van de Académie Française.

Als componist was Hol behoudend en schreef in de stijl van Mendelssohn en Schumann. Van modernisme als Wagner of Berlioz is niets te bespeuren. Hij schreef uiteindelijk veel vocale muziek zoals liederen, koorwerken, twee opera’s, missen  en oratoria. Daarnaast componeerde Hol orkestwerken (waaronder vier uitstekende symfoniën), kamermuziek, en veel werken voor muziek.

Op Youtube is een demo van het volgende werk te beluisteren:

2 Romances voor hobo en strijkorkest