
Marie Johan van Uven (1878-1959)
Van Uven leerde wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde aan de universiteit te Utrecht waar hij in 1908 cum laude afstudeerde. In 1913 werd hij in Wageningen aangesteld als hoogleraar wiskunde.
Samen met astronoom J.C. Kapteyn publiceerde Van Uven een boek over statistiek. Daarnaast schreef hij diverse wiskundige verhandelingen.
Tijdens zijn studie in Utrecht had Van Uven naast zijn werkzaamheden als wiskundige al een druk bestaan als musicus. Hij leidde de concerten van het Utrechts Studentencorps en dirigeerde het Utrechts Studenten Concert.
In Wageningen bestond een druk muziekleven. Binnen het relatief kleine stadje bestonden twaalf koren, een mandoline-orkest en een blaasorkest. Als hoogleraar was Van Uven’s mening (terecht) dat studenten naast hun studie muziek moesten kunnen maken, opdat ze beter konden ontspannen en presteren in alle disciplines.
Van Uven was de stuwende kracht achter het studenten-orkest en -koor te Wageningen, en was samen met professor Van Baaren een van de oprichters van de Wageningse Vereniging voor Kamermuziek. Dit om het publiek ‘in te wijden tot het beter verstaan der muziekwerken die worden uitgevoerd’.
Van Uven verzamelde een grote hoeveelheid orkest- en koorpartituren en instrumenten. Omdat de samenstelling van het orkest elk jaar wisselde maakte hij als ervaren componist en arrangeur waar nodig passende arrangementen. Zo werd in 1921 de ouverture Egmond van Beethoven gespeeld met extra saxofoons en harmonium. Op zijn minst opmerkelijk te noemen.
Vanaf 1919 tot aan zijn dood zou Van Uven zich bezig houden met het Wagenings Studenten Orkest. Op het afscheidsconcert in 1957 dirigeerde Van Uven zijn eigen ’Symfonisch Orkeststuk’ en ontving hij de gouden erepenning van de stad Wageningen.
Van Uven was getrouwd met Maria Duyvis, en woonde na haar dood lang alleen, vergezeld slechts door een huishoudster.
Van Uven was ook een begenadigd componist. Door tijdgebrek produceerde hij slechts een beperkt aantal werken: een orkeststuk (wat een eerste deel van een nooit voltooide symfonie had moeten worden), een ouverture, een romance voor viool en orkest, twee strijksextetten, een strijkkwartet en een vioolsonate, en nog een aantal liederen en piano- en orgelwerken. De muziek lijkt sterk beïnvloed door Mendelssohn en Schumann. Een nieuw publiek lijkt geen overbodige luxe.
Muziek en wiskunde: een gelukkig huwelijk.
Op Youtube zijn de volgende werken te beluisteren:
Dubbelkwartet opus 4 voor 2 strijkkwartten
Intermezzo voor piano
Overture ‘Dido’ opus 1
Strijksextet opus 4a (versie voor viool en piano)
Strijksextet opus 4b
Strijksextet opus 10
Strijkkwartet in D
Symfonisch Orkeststuk voor orkest