
Jean des Communes (1759-1843)
Des Communes leerde het vioolspel van zijn vader, die muziekmeester in Gouda was. Hij had talent: toen hij 14 jaar was werd Des Communes violist bij het orkest van de Amsterdamse Opera.
In 1782 maakte hij een kunstreis waarna Des Communes zich samen met zijn vader zou vestigen in Leeuwarden. Daar stond hij aan het begin van een nieuw en georganiseerd muziekleven en zette aan tot een beter muziekonderwijs. Dankzij de rijke weldoener Van Waldeck zette Des Communes het genootschap Audi et Tace op waarmee geregeld kamermuziekconcerten werden gegeven.
Onder Des Communes leiding werd oor het eerst Haydn’s grote oratoria Die Schöpfung en Die Sieben letzten Worte des Erlösers in Leeuwarden gespeeld.
Na de Franse inval in 1795 start Des Communes het gezelschap Tot Lering en vermaak, waarmee toneel- en muziekuitvoeringen worden gegeven. Vanaf 1802 worden daarmee Franse opera’s uitgevoerd.
Maar na 1809 verdwijnt het gezelschap, en na 1814 laat Des Communes weinig van zich horen. Wel is hij druk aan het schrijven: symfonieën, ouvertures, cantates, koormuziek, liederen, kamermuziek en twee opera’s.
Uiteindelijk wordt Des Communes benoemd tot leraar aan de muziekschool.
Veel muziek zou verloren zijn gegaan, maar op de zolder van een huis in Leeuwarden werd in 1937 een kist gevonden met veel partituren van Des Communes. Deze verzameling werd opmerkelijk genoeg in 1970 aangekocht door de Belgische Koninklijke Bibliotheek te Brussel, waar het nog steeds verder onderzocht moet worden.
Op Youtube is een demo van de volgende werken te beluisteren:
Ouverture ‘Lente’ voor orkest
Sinfonia ‘Victoire’ voor orkest