Eduard de Hartog

Eduard de Hartog (1825-1909)

De Hartog kreeg pianoles van Jan Bertelman en compositie van Gustaaf Heinze. Verder studeerde hij in Parijs bij Damcke en eckert. Hier leerde hij Henri Litolff kennen.
De Hartog bleef vanaf 1852 in Parijs wonen en werd dirigent van de Cercle St. Cecile. daarnaast componeerde hij volop en gaf concerten; hij noemde zich daarbij Edouard. Als pianist trad hij naast Frankrijk in heel Europa op.
In Parijs volgden in 1865 opvoeringen van de opera’s Le Mariage de Don Lope en in 1868 l’Amour mouillé. Het laatste werk had ook succes in Brussel.

Door verkeerde investeringen verloor De Hartog zijn geld en zag zich genoodzaakt muzieklessen te gaan geven. In 1900 ging hij terug naar Nederland en werd muziekjournalist. Zo werkte hij mee aan de Biographie Universelle van Fétis.
Verder was De Hartog erelid van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst.

Zijn veelzijdige oeuvre omvat veel pianomuziek, twee strijkkwartetten, liederen en koren en een aantal orkestwerken, waaronder ouvertures. Uit een aantal werken (zoals de Gnomentanz op. 72) blijkt een verfijnd gevoel voor humor.

Op Youtube is het volgende werk te horen:

Bonheur, gavotte-sérénade (arr. voor kamerorkest)