Cornelis Dopper

Cornelis Dopper (1870-1939)

Dopper was nog jong toen hij zijn ouders verloor. Opgevoed door zijn zus kreeg hij de eerste muzieklessen van zijn schoonbroer Johannes Kolkman. Deze gaf hem de raad verder te studeren in Leipzig. Vanaf 1888 nam Dopper lessen bij Carl Reinecke en Samuel Jadassohn.

Na zijn opleiding ging Dopper een tijd aan de slag als musicus in Groningen. Nadat zijn eerste opera Het blinde Meisje van Castel-Cuillé enig succes had werkte Dopper als violist en dirigent bij de Nederlandse Opera te Amsterdam. Vanaf 1903 schreef hij recensies, en vanaf 1906 sloot hij zich aan bij het operagezelschap van Henry Savage en maakte twee tournees door Amerika.

Teruggekeerd in Nederland werd Dopper tweede dirigent van het Concertgebouworkest te Amsterdam onder Willem Mengelberg. Hier dirigeerde hij vele Nederlandse premières van bekende werken van Ravel, Moussorgsky, De Falla en andere beroemde componisten. Ook gaf hem dit de gelegenheid eigen werk uit te voeren en leidde hij daarmee de eerste uitvoering van zijn symfonieën.

Dopper begon met het geven van de populaire schoolconcerten en gaf les in compositie en orkestratie. Henriëtte Bosmans zou een van zijn meest bekende leerlingen worden.

Componist Dopper schreef diverse orkestwerken waaronder 7 symfonieën en het nog steeds gespeelde Ciaconna Gothica (waarvan Pronem een complete uitgave zal verzorgen), concerten voor cello en voor trompet, 5 opera’s (waarvan een onvoltooid is gebleven), cantates, liederen en koorwerken, een strijkkwartet, een vioolsonate en andere kamermuziek. Verder ook nog toneelmuziek voor koor en orkest, en een requiem.

Dopper’s stijl is niet vernieuwend, maar zijn prachtige en vakkundige gemaakte muziek behoeft meer dan alleen te herinnerd te worden door een incident met een jaloerse collega, zelf componist van de meest wanstaltige klanken.

Op Youtube zijn de volgende werken te beluisteren:

Ab Jove Principium voor harmonie-orkest

Concertino voor trompet, pauken en orkest

Concert voor cello en orkest

Les Dances de Françette voor twee piano’s

Feestmarsch voor harmonie-orkest

Harichiana 4 miniaturen voor orkest

Hetty & Hein voor 2 violen en piano

Intermezzo uit de opera ‘Fritjhof’ voor orkest

Klankstudie voor blaaskwintet en piano

Kwartet voor drie blazers en piano (voltooid door Marinus Degenkamp)

Ontwaakt voor orkest

Pamorah voor orkest

Prelude en Fuga in G uit Bach’s Wohltemperierte Klavier deel 2 (instrumentatie van Dopper)

Sonata Porpora (bew. voor orkest van Sonate van Nicola Porpora (1686-1768))