Clara Wildschut (1906-1950)
Wildschut studeerde compositie bij Johan Wagenaar aan het conservatorium te Den Haag, waar ze ook piano en vioollessen volgde. Door middel van een studiebeurs was Wildschut in de gelegenheid in Oostenrijk aan de Weense Akademie te studeren, waar ze een jaar lang compositie volgde bij Joseph Marx.
Na haar studie keerde Wildschut terug naar Amsterdam om pianolessen te gaan geven.
Met de studies bij onder meer Johan Wagenaar en Eduard van Beijnum zou je meer faam verwachten van Clara Wildschut. Een recensie uit december 1947 in het Haarlems Dagblad schrijft over vier liederen dat hier een rijke belofte wordt gemaakt. Helaas, ondanks dat Wildschut een breed oeuvre wist op te bouwen is ze als componist onbekend gebleven.
Tot haar werken behoren vele pianostukken, kamermuziek waaronder werken voor cello en sonates voor viool, voor fluit en voor hobo, waarbij de 2e hobosonate werd omgewerkt tot een concertino voor hobo en orkest. Daarnaast zijn er drie strijkkwartetten, een serenade voor blaaskwintet, werken voor strijk- en voor symfonie-orkest, en een grote hoeveelheid vocale werken. De Cantata Piccola voor solo, vrouwenkoor en orkest zou meer daglicht kunnen verdragen.
Op Youtube staan demo’s van de volgende werken:
Concertino voor hobo en orkest
Entrata Capricciosa voor orkest
Fuga en Romance voor strijkorkest
Introductie en fuga voor 4 hoorns (bewerking van een eerdere versie voor 4 trombones)
Kleine Suite voor orkest
2 Movements voor strijkorkest (andere versie van Fuga en Romance)
Poème voor cello en piano
Serenade voor blazers:
deel 1
deel 2
Sonate voor viool en piano
Sonatine voor viool en piano
Strijkkwartet nº 1