
Carl Eugenius Zawr’zel (1804-1822)
Ondanks dat zijn vader van Boheemse afkomst was, mag je Carl Zawr’zel een geboren en getogen Amsterdammer noemen. Hij ontving de eerste muzieklessen van zijn vader en bleek enorm talentvol te zijn. Pas zeven jaar was de jonge Carl toen hij in 1811 met een trio van Pleyel optrad in Felix Meritis. Daarnaast speelde hij variaties op een thema voor piano die hij zelf geschreven had. En hij speelde mee met de 1e violen in symfonieën en concerten.
Hetzelfde jaar trad Zawr’zel op als vioolsolist tijdens het bezoek van keizerin Maria Louise en gaf haar en de koning van Rome enkele nieuw geschreven werken. Kapelmeester F. Paer kon eerst niet geloven dat Zawr’zel de stukken zelf had geschreven, maar na een test kon hij niet anders dan zijn ongelijk toegeven.
Verdere vioollessen volgden bij Jean Merlen, en daarnaast compositieles bij Johann Wilms. Ook leerde de jonge meester het hobo-spel van zijn vader zodat hij hem kon bijstaan in het orkest van de Stadsschouwburg.
Elf jaar was de jonge Carl toen hij zijn eerste symfonie schreef; twee jaar later volgde zijn tweede. Toen Ernst Moscheles op bezoek was in Amsterdam noemde hij Zawr’zel een tweede Mozart.
Maar het mocht niet zo zijn.
Al vanaf zijn tiende jaar was Zawr’zel’s gezondheid zwak, en toen hij slechts 18 was overleed hij. Een operatie vanwege een gezwel in zijn keel kon hij niet overleven. Zelfs op zijn sterfbed was Carl nog aan het componeren en voltooide zijn laatste ouverture.
Muzikaal staat de jong gestorven Zawr’zel naast Haydn en Mozart. Zijn ideeën zijn nieuw en krachtig, goed doorwerkt, en bijzonder bekwaam en met een zeer gebalanceerd gevoel voor instrumentatie en contrapunt geschreven. Helaas zijn maar een paar werken bewaard gebleven en is de wereld deze hoogst bijzondere virtuoos vergeten. Wat een ongelofelijk gemis.
Van zijn werken zijn te noemen: 5 symfonieën, 3 ouvertures, pianowerken, 2 strijktrio’s, een hobosonate, een kwartet voor blazers, strijkkwartetten en nog vele andere werken. Vermoedelijk is bij de beruchte brand in het Paleis voor Volksvlijt in 1929 veel van zijn werk verloren gegaan. Maar wie weet wat er nog op vergeten plekken ligt te wachten.
Op Youtube kunnen de volgende werken beluisterd worden:
Ouverture (à la Societé d’Erudicia Musica) voor orkest
Potpourri en variaties voor piano
Strijkkwartet [nº 3, maar het enige wat tot nu toe bewaard is gebleven]