
Anna Catharina Lambrechts-Vos (1876-1932)
Lambrechts-Vos kreeg al op jonge leeftijd pianolessen en theorie bij Jos. Schravesande. Op haar tiende schreef ze haar eerste werk, muziek op een gedicht van Vondel. Nadat ze de middelbare school niet had afgemaakt gaf ze zich volop over aan de muziekstudie.
Op haar 18e werd ze organist in Rotterdam, en studeerde ze piano bij Johan Sikemeier en compositie bij Bernard Zweers.
Na haar studie speelde Lambrechts-Vos vaak piano- en orgelconcerten, en won een derde prijs in een compositiewedstrijd.
In 1902 trouwde Lambrechts-Vos en ging ze lesgeven. Veel van de pianowerken en liederen voor haar leerlingen schreef ze zelf, en gaf ze uit met haar eigen uitgeverij. Vanaf deze tijd trad ze samen met Emmy Denijs-Kruyt in het hele land op voor een kinderpubliek. Deze concerten werden ook populair in Parijs, en onder de titel ‘Dutch Dolls’’ Ditties waren de liedjes ook populair in Engeland.
Lambrechts’ eerste echte succes als componist waren haar twee strijkkwartetten op. 7. Ze werden internationaal vaak uitgevoerd; de componist Daniel de Lange schreef erover en noemde ze ‘werken van het allergrootste belang’.
Vanaf 1910 begon Lambrechts-Vos met het dirigeren van het koor Amphion te Rotterdam. Lessen bij Wouter Hutschenruyter gaven haar een grondig begrip van orkestratie zodat een aantal werken voor orkest ontstonden. In 1913 dirigeerde ze zelf de première van haar Monna Vanna naar tekst van Maeterlinck: een ouverture, 2 entr’actes en een finale.
Haar muziek stond in dat jaar naast die van Dina Appeldoorn, Cornélie van Oosterzee en Jeanne Beyerman-Walraven tijdens de tentoonstelling ‘de vrouw 1813-1913’. Willem Mengelberg dirigeerdde haar Stemmingsbeelden voor strijkers met het Concertgebouworkest.
Naast componist en dirigent was Lambrechts-Vos actief als schrijver van artikelen en recensies. Zo schreef ze een tijd lang voor het Weekblad voor Muziek. Daarnaast was ze lid van het genootschap van Nederlandse Componisten.
De meeste composities van Lambrechts-Vos zijn kamermuziek (zes strijkkwartetten, een pianotrio en een vioolsonate), pianowerken, liederen (waaronder een liederencyclus op Zuid-Afrikaanse gedichten) en koormuziek. Maar haar orkestwerken zijn niet te negeren: twee impromptus voor cello en orkest, een sarabande voor piano en orkest, thema en variaties voor viool en orkest, een vioolconcert, orkestrale variaties en een symfonie – die waarschijnlijk onvoltooid was omdat er veel schetsen zijn voor andere delen.
Haar stijl is vrolijk, modern en opvallend genoeg lijkt het dat Willem Pijper zich door haar heeft laten beïnvloeden. Er valt veel te ontdekken.
Op Youtube kunnen de volgende werken beluisterd worden:
Strijkkwartet opus 7 nº 1
Symfonie (onvoltooid)